Praten is niet Merette’s sterkte kant. Want ze wéét heel goed wat ze zeggen wil, maar ze kán het vaak niet. Dysfasie, constateert lang gelden een kinderneuroloog. Ze begrijpt heel veel taal, maar is niet in staat om zelf goed te formuleren. Dat heeft – zeker toen ze nog jonger was – vaak geleid tot fikse frustraties. Mijn schenen zijn regelmatig blauw geweest, als ze me – uit pure frustratie dat ik haar niet begreep – schopt (met haar fijne orthopedische schoenen) en ook ligt ze soms languit op de grond omdat ze heel goed weet wat ze wil vertellen, maar het niet lukt. Heb je iets belangrijkst te zeggen en dan heb je zo’n domme moeder die je niet begrijpt…. We hebben ermee om leren gaan. Wij stellen gesloten vragen als we er niet uitkomen, zij probeert op heel slimme wijze met andere woorden, klanken of aanwijzingen uit te leggen wat ze bedoelt. Meestal lukt het, soms niet. Dan haalt ze haar schouders op over zóveel onbegrip en gaat over tot de orde van de dag.
Op De Linde, haar school, kreeg ze drama-les. Ze had er een grondige hekel aan, want ze had het gevoel – al dan niet terecht – dat ze móest praten. In Deventer is Theater Onbeperkt een geweldige leuke theatergroep voor mensen met en zonder beperking. Ik weet dat ze het superleuk zou vinden om mee te doen (ze houdt wel van applaus), maar als ik haar vraag of ze er heen wil, weigert ze. ‘Nie pate’, is haar ijzersterke argument. Ik weet dat er meer spelers zijn die niet taalvaardig zijn, maar kan haar in eerste instantie niet overhalen. Zelfs niet als ze als figurant heeft meegedaan in de film die de theatergroep heeft gemaakt. Ze korfbalt, zwemt, doet aan handvaardigheid, dus activiteiten genoeg. Maar als ze niet meer naar korfbal kan, vanwege haar voeten, zie ik mijn kans schoon. Ik krijg haar zover om het theater toch een kans te geven. Theatermaker Luisella Lai en de vrijwilligers heten haar met open armen welkom. En na een heel korte periode wennen, blijkt ze het superleuk te vinden en enthousiast mee te doen.
Afgelopen dinsdag speelt ze in de Deventer Schouwburg. De hele groep heeft er dan al twee voorstellingen opzitten in het Titus Brandsmahuis, maar ja, dan zitten wij met de hele familie in Ouddorp en dát is net even belangrijker.
Met een doses gezonde spanning brengen we haar – in blauwe en zwarte kleding en met een paar broodjes voor de lunch – naar de Schouwburg voor een lange, generale repetitie.
Ik regel bloemen en strak om 19.30 uur zitten we op de tweede rij in de zaal. Neefje Luca is er ook bij en dat vindt tante maar wat leuk.
‘Zelluf doen’ heet de voorstelling, en de spelers laten op humoristische, en soms ontroerende manier zien dat ze heel veel wél kunnen, ook al hebben ze een beperking. Dat het helemaal niet leuk is, als andere mensen voor jou beslissen dat je iets niet kunt, omdat je een beperking hebt. Dat er inderdaad dingen zijn die je niet kunt, maar dat er heel veel wel kan, zeker als je lang en geduldig oefent. Ik geniet. Van alle spelers, maar natuurlijk vooral van mijn eigen Merette, die haar rol met verve speelt. Lieve Luisella, vrijwilligers, maar vooral ook acteurs, wat heb ik een heerlijke avond gehad! Jullie bewijzen, precies zoals jullie in het finalelied (geïnspireerd op De Dijk) zingen: ‘Ik kan het wel, ik kan het wel, ik kan het wel, ik kan het wel alleen!’