Code Zwart

Er borrelt iets in mij. Iets bozigs. Heel bozig eigenlijk. Al weken lijkt het in Nederland over niets anders te gaan dan over versoepelingen. Want oh, we moeten zo nodig naar het terras, shoppen bij de Primark (hoe denk je dat een T-shirt van drie euro wordt gemaakt, ooit gehoord van kinderarbeid?), naar de dierentuin, het pretpark, een Oranjefeest met 10.000 man, een voetbalwedstrijd. In de krant lees ik van een moeder die met haar vierjarig zoontje naar het zwembad is geweest (in het kader van een van de Fieldlab-experimenten): ‘Ach, de kleine man heeft het zó gemist!’ Hoezo? Zo’n jongetje weet niet beter, die praat na wat zijn ouders roepen. Ga lekker met hem wandelen in de buurt, zoek een leuke speeltuin op, bak koekjes en dat mannetje amuseert zich prima. Zelf weet je dat het anders kan, en natuurlijk is het fijn als je lekker met hem naar de dierentuin, het ballenparadijs of het zwembad kan, maar het is nu even niet anders. En dat jongetje heeft daar heus weinig last van. Duizenden mensen melden zich aan voor een reisje naar een Grieks eiland. Er is plaats voor 150 man of zo, je mag niet van je resort af en je moet anderhalve meter afstand houden, maar je bent wél op vakantie. Want je was er zo aan toe…

Wendy van Dijk verzucht op de socials: ‘Nooit geweten dat je liefdesverdriet kan hebben om een eiland. Ibiza. Ik mis je intens.’ Ik lees het met verbijstering. Hoe losgezongen van de samenleving kun je zijn? Er zitten gezinnen in armoede met kinderen op kleine flatjes, drie hoog achter en jij durft in je luxe huis te zeuren over het feit dat je niet naar Ibiza kan? Dat je dat denkt; ok. Want je bent het natuurlijk gewend. Maar houd het even lekker voor je!
Ik verlang ook naar het terras. Naar een reis naar Panama, waar mijn jongste dochter en haar vriend wonen. Naar het moment dat mijn dochter met Downsyndroom weer kan sporten (want oh, wat is haar wereldje klein geworden) en leuke dingen buiten de deur kan doen. Ik wil graag met mijn kleinzoon naar een pretpark en met man en dochters naar leuke optredens. We konden niet naar Parijs toen we veertig jaar getrouwd waren, geen feestje vieren. Daar was ik best even verdrietig van, maar meer ook niet.

Dan zijn er de dingen die ik echt mis: het knuffelen van mijn moeder en schoonmoeder, op bezoek gaan bij vrienden, voor de gezelligheid, maar vooral ook om te troosten als dat nodig is (en geloof me, het was een paar keer heel erg nodig), kletsen met collega’s tijdens de lunch, onbezorgd de straat op gaan, boodschappen doen zonder dat ik anderhalve meter afstand moet houden en me ter plekke afvraag of ik wel een mondkapje bij me heb.
Maar het zijn (behalve dat troost-knuffelen en met een heel gezin veel te klein wonen en te weinig geld hebben) luxeproblemen, in een luxe land. En nee, dat geldt niet voor iedereen, dat weet ik, maar wel voor de meeste van ons.
In India sterven mensen op straat, omdat er geen zuurstof is en er in de ziekenhuizen geen bedden zijn. In Oeganda (en veel andere Afrikaanse landen) zijn de regels veel strenger dan hier, maar kunnen de mensen er zich niet aan houden; vandaag niet de deur uit gaan om te werken, betekent vanavond geen eten hebt voor je kinderen. Heb je HIV, dan kun je al een jaar nauwelijks aan de juiste medicatie komen, want je mag niet naar de kliniek om ze op te halen. Een vaccinatie kost € 60, twee maandsalarissen. Reken maar niet dat de overheid je financieel ondersteunt.

Dan Nederland: er zijn 20.000 mensen overleden aan Covid19. Elke dag zijn er duizenden nieuwe besmettingen. Er liggen er veel (veel te veel) patiënten in het ziekenhuis. Artsen waarschuwen voor Code Zwart, het moment dat ze niet meer iedereen kunnen helpen, maar moeten kiezen: welke patiënt laat ik dood gaan? Maar toch moeten we op Koningsdag met zijn allen naar buiten en de polonaise lopen (nou ok, niet met zijn allen, de meeste mensen doen hun best zich aan de regels te houden, maar toch, ik heb met ontzetting naar de beelden in Amsterdam en ook in mijn eigen mooie Deventer gekeken).

De mensen in de zorg lopen op hun tenen, applaus krijgen ze al lang niet meer. En als Covid over een paar maanden (want heus, al die vaccinaties gaan helpen) niet meer de ziekenhuizen regeert, zijn daar de duizenden uitgestelde behandelingen die ingehaald moeten worden. Je zal maar wachten op een nieuwe heup of knie, of erger op een behandeling voor kanker. Ook politie en handhaving hebben moeite om de roosters rond te krijgen en waardering krijgen ze al jaren niet meer.
Ik heb oprecht medelijden met ondernemers die het afgelopen jaar geen droog brood konden verdienen en hun levenswerk in rook zien opgaan. Ik snap dat restaurants, sportscholen, kroegen, pretparken enzovoort open willen en allemaal vinden dat ze het veilig kunnen doen. Maar we gaan simpelweg met te veel mensen op pad als dat nu al gebeurt.

Ik hoop heel erg dat alle mensen die financieel onder deze crisis te lijden hebben voldoende compensatie krijgen om straks weer fijn aan de slag te kunnen. Maar ik heb beslist geen medelijden met de mensen die vinden dat ze niet meer zonder vakantie, terrassen, kroegen, Primarks en pretparken kunnen. Integendeel, ik wordt er boos van. Zullen we het gewoon nog even volhouden tot de besmettingen en opnames in de ziekenhuizen dalen? En onze zegeningen tellen? Want heus, als je dan toch een pandemie moet meemaken, kun je dat denk ik niet veel beter doen dan in ons kikkerlandje.

One thought on “Code Zwart

  1. Xandrs

    mei 1, 2021 at 7:56pm

    Oh Monica.
    Ik.ben het hartgrondig eens met je! Mooi verwoord👍🏻

Uw e-mail bericht wordt niet gepubliceerd. Naam en e-mail velden zijn verplicht

20 − negentien =