CT-scan

In oktober loopt het aantal Coronapatiënten fors op in Nederland. Ik kijk met enige verbazing (en ergernis) naar het gedrag van veel mensen die blijkbaar denken dat Corona in de zomer met de Noorderzon vertrokken is, maar de realiteit leert toch echt anders. Waar we in maart voor de zorgmedewerkers staan te klappen, worden ze nu uitgescholden en agressief benaderd. Ik ben ook wel klaar met Corona, maar vrees dat we ons toch nog even aan alle vervelende regels moeten houden.

Zorginstellingen en ziekenhuizen doen enorm hun best om de reguliere zorg in de benen te houden, maar er wordt toch al weer behoorlijk afgeschaald. Ik maak me wel een beetje zorgen om mijn CT-scan. Want ik kan wel heel stoer denken dat het allemaal meevalt, soms zit er toch een zeurstemmetje in mijn hoofd dat zegt: ‘Die schildwachtklier was niet schoon hè? Wie weet is er toch wat aan de wandel gegaan en vinden ze straks uitzaaiingen op die scan…’
De dag voordat de scan is gepland gaat de telefoon. Het Deventer Ziekenhuis. ‘U zou morgen een CT-scan hebben, maar helaas….’ Potverdikkie, gaat-ie toch niet door. De stem vervolgt: ‘het apparaat is kapot, kunt u een dag later komen?’ Dat kan ik zeker! Wat een opluchting dat het niet voor weken of maanden wordt uitgesteld!

Omdat ik allergisch ben voor de contrastvloeistof moet ik vanaf dertien uur voor de scan beginnen met het innemen van medicijnen. Als ik de dag van de scan in het ziekenhuis ben, vertel ik hoe blij ik ben dat het allemaal doorgaat en niet vanwege Corona werd uitgesteld. ‘Nou, oncologische onderzoeken gaan eigenlijk altijd wel gewoon door hoor!’ verzekert de verpleegkundige me monter, terwijl ze de naald aanbrengt voor de contrastvloeistof. Oei, of ik nou zo nadrukkelijk wil horen dat het wel degelijk om een oncologisch onderzoek gaat? Het onderzoek zelf is in een kwartiertje gepiept. De dagen erna slaap ik niet heel rustig, maar gelukkig duurt het niet lang voor we weer bij de oncoloog zitten. René mag – ondanks het Coronaverzoek om zo veel mogelijk alleen te komen – mee. ‘Ik zie geen gekke dingen’, vertelt de arts. ‘Alleen je baarmoeder kleurt atypisch aan op de contrastvloeistof. Dat kan heel goed met de Tamoxifen (antihormoonkuur) te maken hebben, maar ik vind wel dat je er even voor langs de gynaecoloog moet gaan.’ Want ook dit kan niks bijzonders zijn, maar ook een vervelender oorzaak hebben. Daar moet zeker naar gekeken worden. Ik ben blij met de uitslag. En als er iets met die baarmoeder aan de hand is, dan halen ze die er maar uit, ze heeft haar werk gedaan. De oncoloog belooft een afspraak te regelen met de gynaecoloog en opgelucht kunnen we naar huis! Deze hobbel is voorlopig weer genomen.

Uw e-mail bericht wordt niet gepubliceerd. Naam en e-mail velden zijn verplicht

vijf × twee =