In mei zijn we twee-en-een-halve week in Oeganda, bij Martin, Renate en Luca. De eerste anderhalve week wil Luca nog niet al te veel van ons weten, hij vindt het gezellig dat we er zijn, maar eten geven, naar bed brengen, troosten, dat is toch allemaal voorbehouden aan papa, mama en Josephine, zijn nanny. Als we een paar dagen met zijn allen op safari zijn geweest, wordt het beter en wil hij wel op schoot en gezellig een boekje lezen. En zwemmen! Met Merette is hij dikke maatjes; hij noemt haar Táánte, en je kunt je voorstellen hoe trots ze is. Wij zijn mma en mma. Woorden die met een klinker beginnen zijn nog net te moeilijk. En ja, net als hij aan ons gewend is, moeten we weer naar huis…
Maar dan, als we een week of drie thuis zijn, komt er een telefoontje. ‘Mam, ik wil een week of zes bij jullie komen met Luca. Is dat ok? Even lekker genieten van Nederland en dan daarna hier weer lekker aan het werk.’ Eh… ja, natuurlijk is dat ok. Leuk!
Ze oppert het idee op 21 juni, de 22e hebben we een bruiloft, de 23e boeken we een ticket (aankomst de 29e om zeven uur ’s morgens), de 24e heeft Merette zwemwedstrijden, de 25e moeten we koekhappen (u weet wel, een wereldrecordpoging in onze eigen koekstad) en in datzelfde weekend moet dan ook de kamer waar ze met Luca verblijft als ze in Nederland is, in orde gemaakt worden. Daar moeten we snel mee beginnen en dat valt Merette natuurlijk ook op. ‘Ja, ik denk dat Renate en Luca deze zomer nog wel even komen’, leg ik uit. ‘Maar na jouw verjaardag!’ Ze is de 30e jarig en het zou natuurlijk een geweldig verjaardagscadeau zijn als Luca en Renate daar onverwacht bij zijn. Dus doen we nog even geheimzinnig.
Het lukt om het kamertje in orde te krijgen (vraag niet hoe zolder, slaap- en werkkamer er uit zien), speeltjes voor Luca aan te schaffen (zó fijn dat ik dat dan even ongegeneerd mag doen) en de donderdag vrij te regelen op mijn werk, zodat ik mee kan naar Schiphol.
Tussen de bedrijven door moeten er ineens ook afspraken gemaakt worden met huisarts en specialist, omdat Renate een onverwacht medisch probleem heeft, waarvan het handig is dat ze dat in Nederland even laat checken. Ook dat weet ik te regelen.
Donderdagmorgen om half acht zijn ze er: een moe klein jongetje dat de vlucht prima heeft doorstaan, maar te weinig heeft geslapen. Zijn ballon met Nijntje is meteen zijn grootste vriend. Het is druk op de weg en zonder koffie rijden we rechtstreeks door naar de huisarts. De rest van de dag hangen we wat rond. Luca en Renate zijn moe. De volgende dag naar de specialist, waar – gelukkig – blijkt dat er in Oeganda loos alarm is geslagen.
Dus kunnen we met een gerust hart ’s avonds naar de verjaardag van Merette. Plan: wij (René en ik), gaan erheen met de cadeautjes en dan mag ze skypen met Renate. Die zal zeggen: ‘Zal ik even met Luca op de koffie komen?’ Ze heeft Renate nog geen seconde aan de telefoon als ze haar eigen straat herkent… En dan is het nog een heel eind lopen naar haar zus en haar neefje, want die staan nog op de hoek verderop! Maar een verrassing is het.
Het is inmiddels zondag. Luca moet zijn draai nog een beetje vinden, hij is gewend om veel buiten te spelen en dat is hier een beetje anders. Maar hij heeft de fontein in de binnenstad al bezocht en vanmiddag heerlijk gespeeld op de Ulebelt (en ruzie gehad met een geit, dus waarschijnlijk morgen een blauw oog…)
Mama is vanavond uit eten. Met lieve, trouwe vrienden. Opa en oma hebben Luca gebadderd en in bed gestopt. En hij slaapt als een roos.
Alles onder controle dus. Alleen… hebben we zo goed al niemand op de hoogte gesteld van de komst van Renate en Luca. Simpelweg geen tijd voor gehad. Bij deze dus: ze zijn er. En ze blijven nog meer dan vijf weken!