We roepen al jaren dat we hoognodig weer eens naar de Keukenhof moeten. Dagje slenteren, bloemen kijken, fotograferen en vooral (wat mij betreft): toeristen kijken! Als je op één dag zo ongeveer alle talen van de wereld wilt horen en wilt zien in welke idiote bochten mensen zich wringen om een selfie te maken waar ook nog een bloem op staat, is de Keukenhof the place to be!
Omdat ik weer een paar afspraakloze dagen voor me heb én me – een kleine vijf weken na de operatie – lichamelijk eigenlijk prima voel, is dit de gelegenheid bij uitstek. Op de Keukenhof zelf doen we het lekker rustig aan en ik hoef in de auto alleen maar te zitten. Volgens de Keukenhof zelf zijn maandag, dinsdag en woensdag relatief rustig dagen. Woensdag belooft een zonnige, maar koude dag te worden, dus besluiten we om dan ook maar meteen te gaan.
We vertrekken aan het eind van de ochtend en doen eerst een rondje bollenstreek. Tenslotte moeten we zelf ook wel even zien dat de toeristen in de bloembedden liggen toch?
De velden zijn – als elk jaar – een feestje om naar te kijken. En ja, in de nabije omgeving van de Keukenhof zijn er veel toeristen die halsbrekende toeren uithalen om een mooi plaatje te maken waar ze zelf bij op staan. Natuurlijk sla ik ook een paar enorme bossen tulpen in (ik moet immers weer zelf voor mijn bloemen zorgen…. ).
Tegen een uurtje of half twee zijn we binnen bij de Keukenhof. Ik weet niet precies wat ze bij de Keukenhof onder een drukke dag verstaan, maar ik denk ook niet dat ik dat wil weten; het is er – voor mijn gevoel – hartstikke druk. Het lukt maar ternauwernood om een paar lege stoelen te vinden waar we even kunnen lunchen.
Daarna trekken we het park in, wandelen langs de bollen, door de paviljoens en neuzen in de winkeltjes. Het is inderdaad aan de frisse kant, maar de zon maakt veel goed.
Met grote regelmaat gaan we even zitten (dat heb ik nog wel nodig) en dan is het een feest om naar de mensen te kijken. Mijn favoriet is zonder twijfel de man in knaloranje Bagwanjurk die met twee telefoons tegelijk loopt te filmen. Bonuspunten krijgt hij voor zijn matchende oranje sneakers (die helaas niet op de foto staan).
In een van de winkeltjes vergapen we ons aan de kitscherige souvenirs die als warme broodjes over de toonbank gaan. Dan zie ik ze staan: houten tulpjes op – jawel – een Delftsblauw vaasje. Over kitsch gesproken! Ik vind ze onweerstaanbaar! Zo’n vaasje móet gewoon mee naar huis, ik word er supervrolijk van. Zou het een bijwerking zijn van mijn antihormonale pillen? Hij staat niet op de bijsluiter, maar je weet natuurlijk maar nooit…
Tegen vijven zoeken we de auto op (waar de arme jongens en meisjes van de parkeerwacht in de volle wind werkelijk staan te blauwbekken van de kou) en rijden richting Deventer. Onderweg eten we een hapje en terug in Deventer maken we mijn moeder en Renate blij met een grote bos tulpen. De mijne zet ik snel in een emmer op wat water, want ik wil nog maar één ding: naar mijn bed. Best vermoeiend een dagje Keukenhof…