Denkhoofd

Ik heb die eerste dagen braaf mijn mail gelezen, zowel thuis als op mijn werk. En niet alleen gelezen, ook beantwoord. Niet altijd meteen, maar daarvoor staat de afwezigheidsassistent ingeschakeld. Ik heb een geweldig leuke klus voor mijn eigen schrijftokootje onder handen. Het leek in eerste instantie een redelijk simpele redigeerklus, maar blijkt veel meer in te houden. Ik moet echt meedenken en een groep mensen helpen hun gedachten en ideeën tot één geheel te schrijven, zodat er een goed stuk komt te liggen dat inhoudelijk op orde, maar vooral ook goed leesbaar is. Het is een onderwerp waar ik wel affiniteit mee, maar niet al te veel kennis van heb, en dat is ook precies de bedoeling. De planning is krap, ergens begin maart moet er een inhoudelijk document liggen, tekstueel is er dan nog wel tijd om wat te verbeteren. Zou het me lukken om het zover af te maken dat de inhoud ok is, en iemand anders het kan redigeren?

De dagen na dé donderdag lukt het me niet om me te concentreren. Met moeite, op een paar eenvoudige zaken die geregeld moeten worden, maar als ik me echt wil verdiepen in wat ingewikkelder materie lukt het simpelweg niet. Mijn denkhoofd is zoek.
Ik wil een goede overdracht maken voor mijn collega’s, nog een aantal leuke stukken schrijven voor Intranet (lastig over te dragen), eigenlijk het liefst de komende weken nog ‘gewoon’ wat werk doen, een paar berichten maken voor Bulungi, een verantwoording voor subsidie van Deventer Wereldstad, en dan die leuke, maar pittige klus van die opdrachtgever. In een normale situatie draai ik er mijn hand niet voor om.
Die zondagnacht lig ik uren wakker: hoe moet dat nou toch met die klus? Ik kan hem niet afmaken, dat is zeker. Maar ik heb er al heel veel tijd en energie in zitten en een enorme hoeveelheid aantekeningen gemaakt (waar dus niemand anders iets mee kan). Er staat wel iets op papier, maar dat is nog te summier om er een ander aan verder te laten werken. Het moet toch lukken om er de komende weken een logischer geheel van te maken? Maar eigenlijk weet ik ook wel dat het niet kan, dat ik niet kan leveren waarvoor ik wordt betaald.
Dan hoor ik in gedachten de Physician Assistent (al opgezocht?): ‘Zorg dat je de komende tijd niks móet. Heb je zin om iets te doen, doe het vooral, maar als het móeten wordt, is het niet goed voor je.’
Zondagochtend mail ik – met lood in de schoenen en pijn in mijn hart– de opdrachtgever. Ik weet dat ik ze met een behoorlijk probleem opzadel door me nu terug te trekken. Maar oh, wat lucht het op! (Ik heb maandagmorgen vroeg meteen een reactie: dat ze voor me duimen, en dat ik me vooral geen zorgen moet maken, ze vinden wel een oplossing. Een paar dagen later krijg ik zelfs een bos bloemen…)
Mijn leidinggevende begint vragen te krijgen van collega’s en wil graag een mail rondsturen. Dat is fijn, want ik kan toch niet alle collega’s zelf op de hoogte brengen. Maandag en dinsdag zijn er (medische) afspraken, we maken voor woensdag een afspraak om even bij te praten.
Het is een fijn gesprek en ik krijg alle ruimte om te doen wat me goeddunkt. Deels ziekmelden, een paar uurtjes per dag in de werkmodus en vooral geen zorgen om wat er eventueel ligt. Het geeft mijn denkhoofd rust (maar het functioneert nog steeds niet naar behoren…)

One thought on “Denkhoofd

  1. Wilma Jansen van der Sligte-de Koning

    februari 19, 2019 at 3:32pm

    Lieve Monica,
    Wat fijn dat je zo veel medewerking/medeleven krijgt van je werkomgeving. Dat lucht inderdaad op. Nu iets móeten is zeker niet goed want je móet al veel andere dingen.
    Ontspanning, uhh wat is dat in deze situatie, kun je beter lezen als spanning proberen te vermijden.
    In je denkhoofd zitten ook denkdingen die niets met je werk te maken hebben dus het is logisch dat dat nog niet functioneert zoals je zo willen.
    Doen wat je goeddunkt kan ook zijn dat je helemaal niks doet. Je weet wie dit zegt!
    Keeping up the good spirit is ook ‘werk’!
    Liefs, Wilma

Uw e-mail bericht wordt niet gepubliceerd. Naam en e-mail velden zijn verplicht

10 + vijftien =