‘Sociale onthouding’

Als de regering stelt dat iedereen (die dat kan, hulde aan mijn collega’s die nog steeds voor u en mij in de buitenruimte aan het werk zijn en zorgen dat ons afval wordt opgehaald) thuis moet werken en ook de scholen afgelopen week hun deuren sluiten, lopen ook wij tegen de beperkingen aan. Met een kleuter van vier jaar in huis is het – voor een alleenstaande moeder – buitengewoon lastig (eigenlijk onmogelijk) om 36 uur te werken. Natuurlijk valt er wat te doen in de uurtjes dat hij slaapt, maar overdag wordt het toch heel ingewikkeld. Vaste prik in een dergelijke situatie is dat Luca veel bij opa en oma is. Maar oppassen door opa en oma wordt afgeraden. Wat nu?

We zijn een relatief jonge opa en oma en Luca en Renate zijn sowieso altijd veel bij ons. Er zijn natuurlijk veel meer gezinnen van vier of meer personen en die blijven ook bij elkaar. Geen van ons heeft klachten. We besluiten dat Luca door de week een aantal uren per dag bij ons komt. Opa en oma kunnen – als dat nodig is (oma moet ook werken) afwisselen. Ik heb een prima werkkamer en dus een rustige werkplek waar ik niet gestoord wordt door dat kleine mannetje. Renate kan in de tijd dat Luca bij ons is werken en telefoontjes afhandelen. Is het nodig dan kan ze in de avonduren ook nog wat doen.
Afspraakjes met anderen zitten er niet in: spelen met andere kinderen dus ook niet. Op die manier voldoen we toch – volgens mij – keurig aan de richtlijnen van de overheid; we hebben een gezin van vier, met twee huizen.

Het enige (beperkte) fysieke contact dat wij hierbuiten nog hebben is met Merette. Haar dagbesteding is gesloten, alle activiteiten zijn stopgezet en ze maakt zich toch wel zorgen om dat rare virus. We mogen – als ouders – nog wel bij haar op bezoek, maar alleen op haar kamer. Dat doen we; mondjesmaat. De groep mensen met een verstandelijke beperking is grotendeels heel kwetsbaar, dus we zijn heel voorzichtig. Ze wil graag bij ons logeren, zoals ze is gewend, maar haar zorginstelling heeft dat (begrijpelijk) liever niet.

Het wandelen houden we er nog even in. Ook met Luca. Ik werk aan mijn conditie en een jongetje van vier moet simpelweg worden uitgelaten. Nu het nog mag, maken we daar dus ook gebruik van en gaan op stap. In de wijk, in het plantsoen, langs de IJssel of in een bos. Daarbij letten we goed op dat het plekken zijn die niet druk zijn (dus geen Kabouterpad op de Holterberg en ook geen bezoekje aan een speeltuin). De enkele keer dat we een bekende tegenkomen, hebben we Luca aan de hand en kunnen – op gepaste afstand – toch even constateren dat het maar een rare wereld is op dit moment.
Vandaag is het zondag 22 maart. De lente is gisteren begonnen. De eerste week van ‘sociale onthouding’ zit erop. Blijkbaar valt het Nederlanders zwaar om anderhalve meter afstand van elkaar te houden. De stranden zijn overvol, op de markten is het druk en zelf zagen we (vorige week) zaterdag een uitpuilend pontje dat mensen over de IJssel vervoert. In de winkels blijkt het ook lastig om niet te dicht bij andere mensen te komen; stel je voor dat het toiletpapier is uitverkocht. Dan toch maar even snel over die arme vakkenvuller heen je slag slaan.

Ik hoop toch echt dat iedereen gaat inzien dat het belangrijk is om je aan de richtlijnen te houden. Ook al ben je gezond en sterk en heb je geen klachten: het gaan niet alleen om jezelf! Als half Nederland het niet kan opbrengen, worden we straks verplicht om in huis te blijven zitten en komt er een totale lockdown. En geloof me: dat is echt nog een stuk lastiger dan ‘sociale onthouding’.

Uw e-mail bericht wordt niet gepubliceerd. Naam en e-mail velden zijn verplicht

twintig − tien =