Keurig om kwart voor negen zijn we donderdagmorgen in het ziekenhuis en melden we ons op afdeling C2. Na even wachten worden we meegenomen naar een kamer. Er ligt een blauw operatiejasje op bed, op mijn linkerborst wordt een grote pijl getekend om vergissing te voorkomen en tegen half tien moet ik de eerste medicijnen innemen: pijnstillers en iets rustgevends. En oh ja: wat is ook al weer mijn geboortedatum? Die klopt gelukkig met het all-inclusive-bandje dat ik om krijg. Ik haak nog even door aan de sjaal voor Roos, die moet ik nog net af kunnen krijgen vandaag. Dat lukt niet: tegen kwart voor tien word ik opgehaald. René mag nog mee tot aan de operatieafdeling en gaat dan naar huis. Ik beland op een zaal waar acht patiënten voorbereid worden op hun operatie. Infuus erin, bloedruk meten, om welke borst gaat het, wat is uw geboortedatum?
Een lieve vriendin die al heel lang op de OK in het DZ werkt komt even langs: wat heerlijk om een bekend gezicht te zien! (Dat doet overigens niet af aan de medewerkers van het Deventer Ziekenhuis, ze zijn allemaal even aardig en lief.)
Rond half elf ben ik op OK1 en stap over op de operatietafel. ‘Oh jee, dat moeten jullie straks doen met mij’, lach ik. ‘Dat is nog een klus.’ Maar daarover moet ik me vooral geen zorgen maken, dat komt helemaal goed.
Het duurt even voor de chirurg – al bellend – binnenkomt. We nemen de riedel weer door: welke borst, geboortedatum, u weet wat we gaan doen? Ja, ik weet het. Ik doe hem – op verzoek – nog de groeten van iemand die hij inmiddels een aantal keren heeft geopereerd en dan voel ik iets in het infuus lopen. Het is het laatste wat ik weet van de operatiekamer.
Ik word – voor mijn gevoel na een paar minuten – wakker op de uitslaapkamer. Lekker doezelig, ik lig er prima. Mijn bloeddruk wordt gemeten, er wordt gecheckt of ik echt wakker ben, pijn heb, misselijk ben? Wakker ben ik wel ongeveer, pijn heb ik niet en van misselijkheid is geen sprake. Of ik een ijsje wil? En zo ja, een zoete, zure of colasmaak? Ik krijg een waterijsje met citroensmaak en tot mijn verrassing smaakt dat heerlijk en voelt verrukkelijk aan in mijn keel. Een verpleegkundige legt een opgerolde deken onder mijn linkerarm. Mijn vriendin komt nog even een kijkje nemen. ‘De chirurg heeft René al wel gebeld en je gaat zo lekker terug naar de afdeling.’
Rond een uur of één lig ik bij het raam op een tweepersoonskamer. Nee geen pijn, en ook niet misselijk. Of ik dan wat wil eten? Nou en of! Een paar boterhammen met kaas en een kop thee gaan er prima in.
Een verpleegkundige heeft René gebeld. Die is opgelucht, want de chirurg heeft niets van zich laten horen en dus hebben hij en de meiden wel heel moeten wachten op een telefoontje uit het ziekenhuis over het verloop van de operatie. René en Renate komen even langs. Fijn om ze te zien. Ik vraag ze om Merette even te bellen op haar werk, daar wordt ze vast heel blij van.
Als ze weg zijn mag het operatiejasje uit en mijn eigen pyjama aan. Ik scharrel even naar de badkamer en ben dan blij dat ik het bed weer in kan.
Waar ik nog dacht dat ik ook vandaag weer naar huis zou gaan, heeft niemand het daarover, blijkbaar is het toch normaal om een nachtje te blijven. Het kan me eigenlijk weinig schelen, ik lig lekker te doezelen en naar ‘Becoming’ van Michelle Obama te luisteren, via het abonnement op luisterboeken dat de kinderen voor me geregeld hebben. Af en toe app ik een beetje met familie.
Om half vijf gaat de telefoon. Merette. Ik neem op. ‘Hoi Merette, ben je daar?’ Ze huilt dikke tranen. Van spanning, opluchting en blijdschap dat ze me hoort. ‘Het gaat goed hoor’, verzeker ik haar. ‘En nee, het doet geen pijn, daar krijg ik pilletjes voor. Morgen mag je op bezoek komen!’
Ik heb die middag al een keuze gemaakt voor de warme maaltijd: meloen met ham, gyros met Griekse salade, Tzatziki saus en rijst. Wil ik ook aardbeienyoghurt? Met of zonder slagroom? Complimenten aan de kok, het ziet er allemaal leuk uit en smaakt ook prima.
Vlak na zessen komen mijn moeder en broer even op bezoek. Fijn om ze te zien en fijn dat ze zich er zelf van kunnen overtuigen dat het echt best goed met me gaat.
René heeft bij Renate gegeten en komt ook nog langs, Roosmarijn belt en rond een uur of half negen zet ik de telefoon uit en Michelle Obama aan.
Ik slaap niet heel goed. Mijn buurman is een verwarde meneer die met enige regelmaat zijn slangetjes er uit trekt (waardoor er van alles gaan piepen), belt om de verpleging en dan ook meteen roept om een zuster, omdat het hem niet snel genoeg gaat. Hij kan er niks aan doen, en ik vermaak me met Michelle en hazenslaapjes. Af en toe scharrel ik even mijn bed uit om naar de badkamer te gaan, tanden poetsen, plassen, beetje water drinken. Nog steeds geen pijn en dat ik niet misselijk ben, lijkt me duidelijk uit mijn enthousiaste verhalen over het eten.
Vrijdagochtend al vroeg komt er een arts (wat zijn ze allemaal jong, ik kon ze zelf op de wereld gezet hebben! Daar blijkt maar weer uit hoe we zelf – bijna ongemerkt – toch echt steeds ouder worden…). Hij bekijkt het operatiegebied, vraagt hoe ik me voel en of ik mijn bed al ben uit geweest. Hij constateert vervolgens dat ik naar huis kan. Om een uur of elf moeten de ontslagpapieren wel in orde zijn. Ik app René en stel voor dat hij Merette mee neemt naar het ziekenhuis.
Ik mag nog niet douchen, maar wassen gaat prima en aankleden ook. Michelle houdt me nog steeds gezelschap (achttien uur voorleesplezier en ik moet ook nogal eens terugspoelen omdat ik toch in slaap gevallen ben).
Kwart voor elf zijn René en Merette er. Merette is heel trots dat uitgerekend zij mee mag om me op te halen (iets over kinderhand, snel gevuld en een blij meisje…). Ik krijg instructies over de pijnstillers, het vooral rustig aan doen met mijn arm, wanneer ik eventueel toch moet bellen en over mijn volgende afspraak in het ziekenhuis (uitslag)! Omdat de chirurg niet gebeld heeft naar René toen hij klaar was met de operatie, hebben we ook niet van hem gehoord dat alles goed is gegaan. Dat is het beslist wel, verzekert de verpleging me (en daar vertrouw ik ook wel echt op), maar dat hij niet gebeld heeft verbaast hen ook nog steeds. Enfin, ik hoor vast volgende week nog wel wat de reden ervan is.
Om half twaalf zit ik thuis, in mijn eigen stoel. Heerlijk, ik ben er weer!
Janine
maart 12, 2019 at 6:53pmWat een verhaal! Ging als een speer lijkt het. Houden zo🎁🎁🎁 En wat heerlijk zoveel lieve mensen om je heen. Laat je lekker vertroetelen voorlopig🎉🎈 Groeten🌈🍀